Tijdens je studie roep je altijd dat je nooit terug zal keren naar het dorp waar je bent opgegroeid. Of dat je nooit anderhalf uur gaat reizen naar je werk. Dat je echt niet zo’n burgerlijk rijtjeshuis zal kopen, nee, jouw eerste huis zal zo’n mooi jaren ’20 of ’30 huis zijn in Utrecht of Amsterdam. En waarom knippen vrouwen hun haar af wanneer ze moeder worden?

“Ga jij maar lekker je stoepje vegen,” zeg je grinnikend om de burgerlijkheid tegen een vriend die net een huis heeft gekocht en alle herfstbladeren aan het wegvegen is. Lichtelijk in shock keek je naar hardlopers die met zo’n strak, glimmend broekje rondrennen. Dat ziet er toch niet uit? En het is echt niet zo dat ze een wedstrijd lopen en daarmee een milliseconde sneller over de finish zullen komen. En wie heeft ooit bedacht dat die schoenen zo lelijk neon moeten zijn? Je hebt nog nooit van iemand gehoord die die schoenen daadwerkelijk mooi vindt.

En dan koop je ze. Die reflecterende Asics met neonkleurtjes en een onbestemd grijs reflecterend randje. En heb je een collectie strakke (bijpassende) hardloopleggings. 

hardloopschoen

Wanneer je een avondje met oud studiegenoten hebt afgesproken kom je tot de afgrijselijke waarheid. Grijnzend roep je, “jaja, wonen we dus allemaal samen” (niet met elkaar trouwens), “de volgende stap is dat we kinderen gaan krijgen.”

“Eh…”, zegt klinkt het vanaf de bank. Want het is al bijna zover. Een kindje is onderweg. Supermooi nieuws natuurlijk. Maar eigenlijk ben je er nog niet aan toe dat je vrienden kinderen krijgen.

Het duurt niet lang voordat de gesprekken over het kopen van huizen gaan, sporten (maar dan niet over voetbal, nee, er worden tips uitgewisseld over hardloopschema’s), en trouwplannen. Wat blijkt? De meesten van jullie lopen al in zo’n lelijke hardloopbroek en iedereen heeft van die lelijke schoenen.

“Ja, je merkt toch echt dat het beter is voor je knieën,” zegt C. Je hoort niet eens iets van schaamte of verontschuldiging in zijn stem.

En voordat je het zelf doorhebt hoor je jezelf zeggen: “Zo’n strakke hardloopbroek loopt gewoon veel fijner.”

Gelukkig blijkt de toekomstige vader nog nuchter tegen de laatste ontwikkelingen aan te kunnen kijken: “Dat is het gevaar. Wanneer je gaat zeggen dat het echt lekker loopt, of zit, of praktisch is.”

Zijn waarschuwende woorden zijn gericht op de jongsten van het gezelschap. Niet iedereen zit de komende decennia vast aan een huis of kind en zij hebben besloten samen een reis te maken. Er is dus nog hoop.

Lacherig merk je op: “de grootste fout die ik ooit heb gemaakt, is een afritsbroek meenemen. Je denkt lekker praktisch, want dan hoef je geen aparte korte broek meer mee te nemen. Maar al die tijd heb ik me totaal seksloos gevoeld.”

Het stel kijkt elkaar aan. Ze hebben de afritsbroeken net vorige week gekocht.

Iemand probeert het zojuist ontstane leed te verzachten begint over praktische sandalen en dezelfde jassen. “Dat is pas echt erg!”

Het is stil. Te stil

Zachtjes mompelt de vrouwlijke helft van het stel: “maar ik zag de jas eerder”.

Haar vriend negeert het jassenincident en merkt op dat hij die wandelschoenen echt alleen maar heeft gekocht omdat ze heel lekker zitten. Terug naar de het-is-zo-praktisch excuses.

“Voordat je het weet loop je in die wandelschoenen over straat, zelfs nog na je reis, omdat ze zo lekker zitten”, waarschuwt de toekomstige vader nog een keer. Voorzichtigheid is geboden. Hij hoopt zijn vriend te kunnen behoeden voor het dreigende gevaar. “Een goede tip: gooi die zooi meteen weg als je terug bent. Vooral van die lelijke fleecetruien.”

“Fleecetrui?” de reizigster in spé kijkt verschrikt op en zegt dan verontschuldigend: “Nouja, maar die van mij was maar vijf euro en hij is gewoon lekker warm.”

Er wordt van onderwerp veranderd.

Een avond als deze is exemplarisch voor je leven, besef je. Zei je altijd dat je geen ambtenaar ging worden? De je niet op kantoor zou gaan werken, nooit een loonslaaf? Dat je niet naar zo’n vakantiehuispark in Nederland gaat? Dat je vriendin echt NIETS te zeggen heeft over of jij wel of niet die wc-bril naar beneden gaat doen? Dat je het onderzoek niet in wilt, maar je je toch aanmeldt voor een researchmaster? Dat je je echt niet druk gaat maken om ouder te worden, maar inmiddels elke ochtend geschrokken naar je rimpeltjes of grijze haren staat te kijken? Dat je niet dezelfde fiets gaat kopen als je vriendin? Dat je noooit terug zal gaan naar je ouders?

Ja, je kan nog zo hard zeggen dat je bepaalde dingen niet gaat doen, maar het gebeurt gewoon. Trouwen bijvoorbeeld. Je vindt het zonde van het geld, hebt veel betere bestemmingen ervoor. Of hoeft niet zo nodig. Maar grote kans dat je een keer gaat zwichten voor je vriendin. Of toch het dopje op de tandpasta gaat doen. Of de was van je vriend staat te doen. Of samen met je vriendin bij de ANWB binnenloopt voor een set lelijke handschoenen, “omdat ze zo lekker warm zijn.” En misschien een beetje omdat je inmiddels al tien jaar lid bent bij de ANWB en je toch eens gebruik moet gaan maken van die korting.


 

Wat heb jij inmiddels toch gedaan, waarvan je altijd zei dat je het nooooit zou doen?