Op een donderdag in februari 2008 was ik plaatjes aan het draaien in de Filemon en ondanks het feit dat ik een maand niet had gedraaid vanwege een zaken zoals sportieve bezigheden op ski-pistes, slachtoffer worden van een griepepidemie e.d., ging het draaien eigenlijk best goed. Ik kon het nog. Het was opeens niet moeilijker geworden ofzo. Plaatjes draaien is eigenlijk hetzelfde als fietsen. Je verleert het nooit. Waar had ik me eigenlijk druk over gemaakt? Alles liep op rolletjes.

Totdat ik op de eject-knop drukte van de cd-speler, de muziek prompt ophield en ik besefte dat ik de verkeerde cd eruit had gegooid.

Oeps.

En opeens duurt het vreselijk lang voordat de cd-speler die cd weer ingeslikt heeft. Dit was niet helemaal hoe ik deze avond in gedachten had gehad.

“Wil je mijn kaartje nog steeds na deze fantastische actie?” grapte ik—toen de ruimte weer gevuld was met muziek—met een rood hoofd naar de meneer die één minuut eerder om mijn kaartje had gevraagd. Hij was zo aardig om maar ja te knikken om het nog niet erger voor mij te maken en verdween daarna de massa in om nooit meer terug te komen en nooit meer een blik te werpen op het kaartje.

En dat terwijl ik nooit, echt nooit, zelfs niet thuis, zelfs niet toen ik net begon met draaien, de verkeerde cd eruit heb gehaald.

En dan juist net op zo’n avond… (Donderdagnacht, superdruk)
En net die ene avond dat de cd-spelers niet op de eject-lock stonden.

“Zie je wel. Vrouwen kunnen niet draaien,” mompelde een van de feestgangers. Tenminste, ik kan me voorstellen dat van die paar honderd bezoekers die er waren, er minstens een iemand geweest moet zijn die zoiets heeft gezegd. Of in ieder geval heeft gedacht.

De daaropvolgende weken en maanden heb ik nog een paar keer nachtmerries gehad die gingen over—je raadt het al—de eject-lock van de cd-spelers. En vooral over de plotselinge stilte die als een zwaard het hart van de muziek doorboort om zijn slachtoffer in één klap het leven te ontnemen. (Je begrijpt: de ejectknop is dat genadeloze zwaard.) Elke volgende seconde lijkt een uur te duren. En dan, dan hapt het slachtoffer naar adem. De omstanders verliezen hun aandacht en één minuut later gaat iedereen weer gewoon z’n eigen weg. Terwijl jouw hart voor je gevoel nog lange tijd boven de muziek uit te horen is.

(Overigens geef ik toch de voorkeur aan een droom waarin ik deze specifieke avond moet herbeleven, dan aan een droom die af en toe nog steeds mijn nachtrust komt verstoren: dat ik moet gaan draaien—bij een superbelangrijk feest, met duizenden bezoekers—en dat ik er achter kom dat ik mijn eigen muziek niet bij me heb, maar het moet doen met obscure cd’s van een collega-dj.) (Sigmund Freud, ik ben benieuwd hoe u deze droom geïnterpreteerd zou hebben)